feestvreugde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: feestvreugde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- feest·vreug·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van feest zn en vreugde zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestvreugde | feestvreugdes feestvreugden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de feestvreugde v
- feestelijke uiting van vreugde
- ▸ Ook doelman Remko Pasveer deelde in de feestvreugde. De ervaren doelman, die dit seizoen nog niet overtuigde, werd de eerste keeper die drie keer redde op schoten op doel van Haaland in de Champions League.[2]
- ▸ Een ding lijkt duidelijk: bij Red Bull Racing is de feestvreugde over de wereldtitel van Max Verstappen verdwenen.[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord feestvreugde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Hoe indrukwekkend was Ajax tegen Dortmund? Dit zeggen de cijfers” (WO 20 OKTOBER 2021), NOS
- ↑ Weblink bron “'Feestvreugde bij Red Bull Racing is verdwenen'” (ZO 12 DECEMBER), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.