festoen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  festoen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fes·toen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘guirlande’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord festoen festoenen
verkleinwoord festoentje festoentjes

Zelfstandig naamwoord

festoen m / o [3]

  1. guirlande van groen en bloesems of vruchten
  2. (bouwkunde) feston
Synoniemen
Verwante begrippen
  • bloemslinger, schulp, slingerkrans
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord festoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
24 %van de Nederlanders;
28 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.