fictieboek

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fictieboek    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fic·tie·boek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fictieboek fictieboeken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetfictieboeko

  1. een boek met een verzonnen, niet echt gebeurd verhaal
     Sócrates nam nooit echt afscheid van het voetbal. Als televisiecommentator en journalist (hij werkte aan een fictieboek over het komende WK in Brazilië, in 2014) werd Sócrates misschien wel net zo beroemd als in het veld. "Spelers nemen nooit afscheid van het voetbal", zei hij ooit. "Het voetbal verlaat de speler".[1]
Antoniemen
  • non-fictieboek

Gangbaarheid

  • Het woord fictieboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Marc Bessems
    “Sócrates, dokter van het voetbal” (Zondag 4 december 2011, 14:18), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.