fietsairbag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsairbag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fiets·air·bag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsairbag fietsairbags
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defietsairbagm

  1. airbag aan de voorkant van een auto die dient om een fietser tijdens een botsing te beschermen
     Fietsairbag: beetje hoofdpijn, meer niet[1]
     Volgens De Padt kunnen oplossingen worden gezocht bij gedragsverandering door sensibilisering, infrastructuuraanpassingen en vernieuwingen aan wagens waarbij de botsvriendelijkheid van wagens kan worden verbeterd - door gebruik van zachte materialen en fietsairbags - en veiligheidstechnologieën ingebouwd.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord fietsairbag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Fietsairbag: beetje hoofdpijn, meer niet” (Vrijdag 9 november 2012, 11:50), NOS
  2. Weblink bron “Jaarlijks zo'n 7.700 ongevallen met fietsers in België” (06/03/2011), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.