fietsblog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsblog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fiets·blog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsblog fietsblogs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

fietsblog m/o

  1. weblog door een fietser
     Een Brits fietsblog plaatste de foto van de brief op hun pagina, die al snel door Twitter werd opgepikt. De foto werd vier dagen geleden geplaatst. Het is nog niet bekend of de fiets inmiddels al terug is bij de rechtmatige eigenaar.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord fietsblog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Aaron weet wel raad met fietsendieven” (Zondag 10 augustus 2014, 14:41), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.