fietscultuur

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietscultuur    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfitskʏlˌtyr/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈfits.kɵɫˌtyːr/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.kʏlˌtyːr/
Woordafbreking
  • fiets·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietscultuur fietsculturen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

defietscultuurv

  1. een cultuur gevormd rond het fietsen
    • In veel landen is de fietscultuur een subcultuur. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'fietscultuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.