fietsendief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsendief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fiet·sen·dief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsendief fietsendieven
verkleinwoord fietsendiefje fietsendiefjes

Zelfstandig naamwoord

defietsendiefm

  1. een ploert die fietsen steelt

Gangbaarheid

  • Het woord fietsendief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.