ploert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  ploert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ploert
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘patser, gemene kerel’ voor het eerst aangetroffen in 1896 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord ploert ploerten
verkleinwoord ploertje ploertjes

Zelfstandig naamwoord

deploertm [3]

  1. (scheldwoord) schoft [B], schurk [1], verdorven iemand
    • Die ploert heeft haar bedrogen. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord ploert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.