fietsnet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fietsnet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • fiets·net
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fietsnet fietsnetten
verkleinwoord fietsnetje fietsnetjes

Zelfstandig naamwoord

hetfietsneto

  1. (verkeer) verzameling van met elkaar samenhangende fietsroutes
     Het is een belangrijke schakel die ontbreekt in het fietsnet', zegt een woordvoerder van stadsdeel Centrum.[1]
  2. een net dat men gebruikt voor het vervoer van bagage op een fiets
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'fietsnet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Stadsdeel wil snel nieuwe fietsroute langs Nemo” (12 juli 2013), Het Parool
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.