fietssleutel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietssleutel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fiets·sleu·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van fiets en sleutel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fietssleutel | fietssleutels |
verkleinwoord | fietssleuteltje | fietssleuteltjes |
Zelfstandig naamwoord
de fietssleutel m
- sleuteltje van een fietsslot
- (gereedschap) universeel stuk gereedschap met veel functies
Gangbaarheid
- Het woord fietssleutel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.