fijimerel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fijimerel    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • fi·ji·me·rel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fijimerel fijimerels
verkleinwoord fijimereltje fijimereltjes

Zelfstandig naamwoord

defijimerelv/m

  1. (zangvogels) Turdus ruficeps  een zangvogel uit de familie Turdidae  (lijsters). Eerder werd deze vogel beschouwd als een ondersoort van de eilandmerel (T. poliocephalus). Deze vogel komt voor op de Fiji-eilanden en telt vijf ondersoorten
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'fijimerel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.