fijnspar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fijnspar    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈfɛinspɑr/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • fijn·spar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fijnspar fijnsparren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defijnsparm

  1. (coniferen) bepaald soort naaldboom die men vaak gebruikt als kerstboom, Picea abies 
    • Het ligt redelijk voor de hand voor mensen met een open haard: zaag de kerstboom in stukken en stook een lekker vuurtje. Toch wordt dit sterk afgeraden. De traditionele kerstboom is een fijnspar, een boom die niet geschikt is als brandhout voor een open haard. Verbranding van een fijnspar zorgt namelijk voor te veel afzetting van teer in het rookkanaal. Gevaarlijk want die teeraanslag kan uiteindelijk een schoorsteenbrand veroorzaken. Kortom: niet doen dus. [2] 
    • Inmiddels wordt duidelijk dat de droogte van 2018 grote gevolgen heeft voor de fijnspar in Gelderland. Bijna de hele populatie van deze karakteristieke, hoge naaldboom heeft het loodje gelegd of is op sterven na dood. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord fijnspar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.