fineer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fineer    (hulp, bestand)
  • IPA: /fi'ner/
Woordafbreking
  • fi·neer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fineer fineren
verkleinwoord fineertje fineertjes

Zelfstandig naamwoord

hetfineero

  1. dunne plaatjes van fijn hout die met lijm op meubels van eenvoudig hout wordt bevestigd
    • Daarna bevestigden we het fineer. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
fineren

fineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fineren
    • Ik fineer. 
  2. gebiedende wijs van fineren
    • Fineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fineren
    • Fineer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord fineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.