fineren

Uitspraak

• Geluid:  fineren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• fi·ne·ren

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘met fineer beleggen’ voor het eerst aangetroffen in 1879 ^[1]
• afgeleid van fijn met het achtervoegsel -eren ^[2]

Werkwoord

fineren ^{[3] [4]}

1. overgankelijk met fineer bekleden
2. zuiveren

Zelfstandig naamwoord

de fineren mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fineer

Gangbaarheid

• Het woord fineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "fineren" herkend door:

Verwijzingen