flard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flard    (hulp, bestand)
  • IPA: /flɑrt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • flard
Woordherkomst en -opbouw
  • klanknabootsing, in de betekenis van ‘afgescheurde lap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1600 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord flard flarden
verkleinwoord flardje flardjes

Zelfstandig naamwoord

deflardv/m

  1. onregelmatig afgescheurd of afgebroken stuk
     In de operahuizen krijgt het zeilschip altijd een gestileerde uitbeelding. We zien een flard van een zeil, een stuk boeg en mast.[2]
  2. (figuurlijk) klein onsamenhangend stuk, korte gedeeltelijke waarneming
     Het is geen kunst bij de entree van de Amstelstraat, komend van het Rembrandtplein, een flard van triestheid door het hart te voelen gaan.[3]
Synoniemen
  • vlard (verouderde uitspraakvariant)
Verwante begrippen
Typische woordcombinaties
  • [1] aan flarden scheuren
  • [1] in flarden schieten

Gangbaarheid

  • Het woord flard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.