vlard
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vlard (hulp, bestand)
- IPA: / vlɑrt / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- vlard
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing, in de betekenis van ‘afgescheurde lap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1617 (zie vindplaats hieronder) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vlard | vlarden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de vlard v / m
- (verouderd) onregelmatig afgescheurd of afgebroken stuk
- ▸ ⧖ „Henk, we boffen, riep nu vader;
Die direct een poging deed,
Om den vlieger op te vangen.
Licht was hij nog goed, wie weet?
Maar toen vader ’t ding gepakt had,
Zag hij niets dan vlard’ en vel!
Om zijn spijt wat te verbergen,
Zei hij toen: „Dat dacht ik wel…![2] - ▸ ⧖ MEendy vry Neerlands volck u inde schauw te decken
Vant lommerich bestandt, en zitten zacht en stil,
En roemen van u staet? Neen vryelijck, ick wil
V borgerlijcke stant eendrachtich int volharden
Ontrusten, of met een scheuren in duysent vlarden;[3]
- ▸ ⧖ „Henk, we boffen, riep nu vader;
Synoniemen
- flard (gangbare uitspraakvariant)
Gangbaarheid
- Het woord 'vlard' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Oom DickDe losgeslagen vlieger in: Algemeen handelsblad voor Nederlandsch-Indië, jrg. 8 nr. 49 (13 juni 1931), Cosmos, Semarang, p. 20 (Ons knus kinderkrantje 4) kol. 2
- ↑ Weblink bron “Vlaerdings redenrijck-bergh.” (1617), Kornelis Fransz., Amsterdam, fol. O2v
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.