flipflop

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  flipflop    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈflɪpflɔp/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • flip·flop
Woordherkomst en -opbouw
  • [1] van Engels flip-flop, een klanknabootsing van de geluiden van de relais waarmee de schakeling oorspronkelijk werd gerealiseerd
  • [2], tussenwerpsel van Engels flip-flop, overdrachtelijk gebruik [1]
  • [3] van Engels flip-flop, een klanknabootsing van het sloffende geluid waarmee lopen op dit schoeisel gepaard gaat
enkelvoud meervoud
naamwoord flipflop flipflops
verkleinwoord flipflopje flipflopjes

Zelfstandig naamwoord

deflipflopv/m

  1. (elektronica) (digitale techniek) schakeling die op een signaal reageert door van de ene in de andere stand te springen, één van de meest elementaire digitale elektronische schakelingen
    • Besturingslogica, adresregisters. cyclusdecoders, klokpulsen, selecteeraansluitingen, gegevensverzamellijnen, statusvraag, drijvertrap, data-interface, conditionele flipflop, multiplexer, stapelwijzer verversingsteller, verversingsversterker. in- en uitvoerbuffers — dit ailes etst men vandaag op een eenvoudig siliciumoxyde () kristal. [1]
  2. (figuurlijk) opeens een opvatting huldigen die tegengesteld is aan de opvatting die tot dan toe gehuldigd werd
    • In Washington wordt er dan ook op gerekend dat de Amerikaanse president snel weer zal moeten overgaan tot waar hij het best in is: een nieuwe flipflop. [2]
  3. (schoeisel) sandaal bestaande uit een rubberen zool en twee bandjes over de voet die vanaf de zijkanten samenkomen tussen de grote teen en de teen ernaast
    • Iemand met flipflops en een joggingbroek zal je in Maastricht niet snel in een restaurant zien. [3]
Schrijfwijzen
  • flip-flop (officiële schrijfwijze tot 1996; komt voor in Van Dale's Groot woordenboek van de Nederlandse taal 12e druk, 1992)
Synoniemen
  • [1] bistabiele multivibrator, meester-slaaf-element
  • [3] teenslipper
Verwante begrippen
  • [1] monostabiele multivibrator, astabiele multivibrator, schmitt-trigger
Vertalingen

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als tussenwerpsel

Tussenwerpsel

flipflop

  1. om een omslag aan te geven
    • Vroeger vond ik spinazie stom, maar nu, flipflop, smul ik ervan. [4]

Gangbaarheid

  • Het woord flipflop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /ˈflɪpˌflɑp/

Zelfstandig naamwoord

flipflop

  1. schrijfwijze voor flip-flop

Werkwoord

flipflop

  1. schrijfwijze voor flip-flop
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.