foi

Frans

Woordherkomst en -opbouw

Via Oudfrans fiet van Latijn fides [1]

Uitspraak
  • Geluid:  foi    (hulp, bestand)
  • IPA: /fwa/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  foi     la foi     fois     les fois  

Zelfstandig naamwoord

foi v

  1. (religie)  geloof zn  [1], religie
  2.  geloof zn  [2], overtuiging
  3. vertrouwen
Gelijkklinkende woorden

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.