foi
Frans
Woordherkomst en -opbouw
Uitspraak
- Geluid: foi (hulp, bestand)
- IPA: /fwa/
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
foi | la foi | fois | les fois |
Zelfstandig naamwoord
foi v
- (religie) geloof zn [1], religie
- geloof zn [2], overtuiging
- vertrouwen
Gelijkklinkende woorden
Verwijzingen
- ↑ foi (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.