foor
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: foor (hulp, bestand)
- IPA: / for / (1 lettergreep)
Woordafbreking
- foor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | foor | foren |
verkleinwoord | foortje | foortjes |
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
de foor v / m
- kermis
- In België heeft men een foor terwijl men in Nederland een kermis heeft
- De botsautootjes zijn een vast onderdeel van de foor.
- markt, beurs
Afgeleide begrippen
- fooraap, foorkramer, foorwijf
Gangbaarheid
- Het woord foor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "foor" herkend door:
10 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.