forceps

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  forceps    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • for·ceps
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord forceps forcepsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deforcepsv/m

  1. tang
  2. (medisch) tang die men gebruikt bij een bemoeilijkte bevalling
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord forceps staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
30 %van de Nederlanders;
48 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.