fraise

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  fraise    (hulp, bestand)
  • IPA: /fʁɛz/
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  fraise     la fraise     fraises     les fraises  

Zelfstandig naamwoord

fraise v

  1. (fruit) aardbei

Werkwoord

vervoeging van
fraiser

fraise

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van fraiser
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van fraiser
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van fraiser
  4. (spreektaal) kersenpit, tronie, smoelwerk
    «Aboule ta fraise!»
    Kom eens hier! [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.