friturist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: friturist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fri·tu·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | friturist | frituristen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de friturist m
- (beroep) iemand die een frituur uitbaat
- De friturist heeft een grondige opleiding gevolgd.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord friturist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.