ftaalzuur
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ftaalzuur (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ftaal·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ftaal en zuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ftaalzuur | ftaalzuren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het ftaalzuur o
- (scheikunde) ieder van de drie benzeendicarbonzuren
- Met ftaalzuur wordt vaak orthoftaalzuur bedoeld, maar dit is niet geheel juist.
Synoniemen
- benzeendicarbonzuur
Hyponiemen
- orthoftaalzuur, isoftaalzuur, tereftaalzuur
Afgeleide begrippen
- ftalaat, ftaalzuuranhydride
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ftaalzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ftaalzuur" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
18 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.