fuseliers

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  fuseliers    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • fu·se·liers
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord fuseliers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

defuseliersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord fuselier
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Caesionidae  van baarsachtige vissen. De vissen leven in grote scholen in het tropische deel van de Indische Oceaan en Grote Oceaan in de buurt van koraalriffen. De vissen eten grotere zoöplanktondieren en zijn zelf een belangrijke voedselbron voor grotere roofvissen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)

Gangbaarheid

  • Het woord fuseliers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.