gastarbeid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gastarbeid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- gast·ar·beid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gast zn en arbeid zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gastarbeid | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gastarbeid m
- buitenlander die tijdelijk in een bepaald land werkt om werk te verrichten die autochtonen niet kunnen of willen verrichten
- ▸ Hoogleraar Zürcher vertelt dat lang niet alle groepen Turkse migranten in Europa te vergelijken zijn. De Turkse gemeenschap in Nederland is uitzonderlijk conservatief nationalistisch, zegt hij. "Dat is voor een deel verklaarbaar uit achtergrond. Turkse Nederlanders hebben hun wortels in de gastarbeid, dat zijn families die van het Turkse platteland zijn gekomen, waar een conservatieve, nationalistische cultuur heerst."[2]
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord gastarbeid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Wat zegt de uitslag van het Turkse referendum over de integratie?” (Maandag 17 april 2017, 19:22), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.