gasto

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • gas·to
enkelvoud meervoud
gasto gastos

Zelfstandig naamwoord

gasto m

  1. het uitgeven, uitgave, het besteden, besteding (van geld)
  2. verbruik
  3. uitgave, onkosten
  4. verspilling
Verwante begrippen
Synoniemen

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    gastar

    gasto

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van gastar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.