gastschrijver

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gastschrijver    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gast·schrij·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastschrijver gastschrijvers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degastschrijverm

  1. persoon die na een uitnodiging een stukje schrijft
     Het prezwalskipaard - of was het nou przewalski? - mag de wei in en de gastschrijver van het Groot Dictee mag zijn ganzenveer onbenut neervlijen op het schrijfvlak van de secretaire.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord gastschrijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Prezwalskipaard of przewalskipaard, wat was het ook alweer?” (Woensdag 24 mei 2017, 14:03), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.