gebraad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebraad    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·braad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebraad -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgebraado [3]

  1. (voeding) (kookkunst) stuk gebraden vlees
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • kalfsgebraad, lamsgebraad, ossengebraad, reegebraad, rundergebraad, uitgebraad, varkensgebraad, wildgebraad
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebraad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.