gebruis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gebruis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·bruis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gebruis
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgebruiso

  1. het zeer levendig zijn
    • Het contrast tussen het energieke gebruis rond het Esperidonplein en de armtierige publieke ruimte kon niet groter zijn.[2] 
  2. het geruis van een gas vloeistof mengsel
    • Aan de hoogste flanken van de bergen kleven donzige wolken, als uit elkaar gerafelde wattenproppen. Stil is de vallei niet: de Dora, vijfhonderd meter dieper, tolt gezwind naar beneden en het gebruis is tot hier hoorbaar. Een pompende ademhaling en het gekraak van de pedalen in de bochtjes komen daarbovenop.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gebruis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 21/09/2012 door Hans Brems Glyfada Beach
  3. de Standaard 05 MAART 2011 Tim Vanderjeugd Op twee wielen tussen berg en dal
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.