gedreig
Nederlands
Uitspraak
- Geluid:
Woordafbreking
- ge·dreig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gedreig | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het gedreig o
- de handeling van het uiten van dreigementen
- Hou op met dat gedreig!
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.