gehijg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gehijg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·hijg
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van hijgen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gehijg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgehijgo

  1. aanhoudend snel en hoorbaar ademen zoals past bij lichamelijke inspanning
    • Artur Z. veroorzaakte destijds veel commotie in de Noord-Hollands kustplaats. De schennispleger joeg vrouwen die alleen op straat waren de stuipen op het lijf door zijn broek te laten zakken en zichzelf - terwijl hij hen strak bleef aankijken - met veel gekreun en gehijg te bevredigen. [2] 
    • De 38-jarige Koevermans staat niet meer in de spits, maar lekker in de verdediging. Geen gehijg van mandekkers in zijn nek, geen vliegende tackles op zijn benen. Dat bevalt wel. Inmiddels heeft hij er alweer drie seizoenen opzitten in het Helmondse amateurvoetbal. [3] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gehijg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.