geintje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geintje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣɛincə / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- gein·tje
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gein | |
verkleinwoord | geintje | geintjes |
Zelfstandig naamwoord
het geintje o dim. tant.
Hyponiemen
- [3] (intensivering) rotgeintje
Verwante begrippen
Zelfstandig naamwoord
het geintje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord gein
Gangbaarheid
- Het woord geintje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geintje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.