gekef

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gekef    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·kef
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van keffen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gekef
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgekefo

  1. het aanhoudend blaffen van een hond
    • Jan Hinsenveld (81) schrok vrijdagmorgen om 05.15 uur wakker door het gekef van zijn twee Jack Russels. [2] 
    • Van de recordpoging is een filmpje gemaakt dat op YouTube is gezet. Daarop is, tussen geblaf en gekef door, te zien dat de best lenige baasjes uit Hongkong hun stinkende best doen om eens lekker te kroelen met de puppies. [3] 
  2. (figuurlijk) geruzie van mensen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gekef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.