gekte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gekte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gek·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gekkigheid, dwaasheid’ voor het eerst aangetroffen in 1973 [1]
  • afgeleid van gek met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gekte gektes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

degektev [3]

  1. het gek (maar niet totaal gestoord) zijn
    • Een milde vorm van gekte. 
     Ik kon mij voorstellen dat haar poëzie compromisloos experimenteel zou zijn, en van een aantrekkelijke eenzelvige gekte, die in feite een getormenteerde en door geen criticus begrepen verschijningsvorm was van passie die woedde als een uitslaande brand.[4]
  2. overdreven drukte
     Toch was mijn hang naar vrijheid te groot geworden en de avond voor mijn vertrek nam ik Barbie, Pogue en Goldie even apart om afscheid te nemen. De volgende ochtend verliet ik in alle vroegte de gekte in Kennedy Meadows.[5]
Synoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Werkwoord

vervoeging van
gekken

gekte

  1. enkelvoud verleden tijd van gekken
    • Ik gekte. 
    • Jij gekte. 
    • Hij, zij, het gekte. 

Gangbaarheid

  • Het woord gekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.