gekuip

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gekuip    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·kuip
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van kuipen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gekuip
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het gekuip o

  1. het achterbaks, oneerlijk handelen
    ▸ Liefde is een krachtiger cement dan politiek gekuip. Hij haalt een Engels spreekwoord aan over de huwelijkse staat. 'A man's home is his castle, till his queen arrives.' Vrij vertaald: de man is de baas thuis, tot zijn vrouw terug is.[2]
    ▸ Wonderlijk hoe de vaderlandse politiek, onze vertegenwoordigers van burgerbelangen, waaronder Den Uyl, al dit gekuip stilzwijgend hebben toegelaten.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord gekuip staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
46 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. ↑ Weblink bron “Leestip: Winnie uit Hengelo trouwde haar muziekheld, de drummer van The Scorpions” (14-08-2016), Tubantia
  3. ↑ Weblink bron “’De halve waarheid’” (02 feb. 2017), De Telegraaf
  4. ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.