gem

Niet te verwarren met: Gem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • gem
Woordherkomst en -opbouw
  • Middelnederlands gemme, van Latijn gemma
enkelvoud meervoud
naamwoord gem gemmen
verkleinwoord gemmetje gemmetjes

Zelfstandig naamwoord

degemv/m [1]

  1. een (half)edelsteen met een gesneden decoratie

Gangbaarheid

  • Het woord gem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  gem (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA: /ʤɛm/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudengelse gimm.
enkelvoud meervoud
gem gems

Zelfstandig naamwoord

gem

  1. edelsteen, juweel

Volapük

Zelfstandig naamwoord

gem

  1. (familie) brus, hyperoniem voor broer en zus
Hyponiemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.