gemis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gemis    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈmɪs/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /χə.ˈmɪs/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ɣə.ˈmɪs/
    • (Limburg): /ɣə.ˈmɪs/
Woordafbreking
  • ge·mis
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van missen met het voorvoegsel ge-.
enkelvoud meervoud
naamwoord gemis -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgemiso

  1. een toestand waarbij er iets mankeert
    • Leren leven met het gemis van een geliefde is moeilijk. 

Gangbaarheid

  • Het woord gemis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.