gerief
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gerief (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ge·rief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gerief | gerieven |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het gerief o
Antoniemen
Hyponiemen
- eetgerief, kookgerief, schrijfgerief
Afgeleide begrippen
- geriefelijk, geriefhout, gerieflijk, ontrieven
Verwante begrippen
Vertalingen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gerieven |
gerief
Gangbaarheid
- Het woord gerief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gerief" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "gerief" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ gerief op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.