geroepene

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geroepene    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·roe·pe·ne
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van roepen met het voorvoegsel ge- en met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord geroepene geroepenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degeroepenev/m

  1. een persoon die wordt aangesproken
  2. iemand die uitverkoren is
    • Hier kwam God neêr; dies is hij heilig,
      De onder Zijn voeten wankle rots.
      Maar de geroepene leeft veilig
      Voor het verborgen aanschijn Gods. [1]
       
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • [2] wederopgeroepene, opgeroepene

Gangbaarheid

  • Het woord geroepene staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. DBNL (1933)–Willem de Mérode Het kristal. geraadpleegd 21 december 2018
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.