geslurp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geslurp    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·slurp
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van slurpen met het voorvoegsel ge-
enkelvoud meervoud
naamwoord geslurp -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

geslurp [1]

  1. het telkens of aanhoudend slurpen

Gangbaarheid

  • Het woord 'geslurp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.