geteisem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geteisem    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɣəˈtɛisəm/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • ge·tei·sem
Woordherkomst en -opbouw
  • geen meervoud van Jiddisch חטאתים (chatteisem) "zondoffer; schooier", in de betekenis van ‘uitvaagsel’ aangetroffen vanaf 1906 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud meervoud
naamwoord geteisem -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgeteisemo

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) (scheldwoord), geboefte, gespuis, uitvaagsel
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord geteisem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
75 %van de Nederlanders;
41 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.