gevatter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: gevatter (hulp, bestand)
- IPA: /ɡə'vɑtər/
- Sofeer: ğəvattər
Woordafbreking
- ge·vat·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gevatter | gevatters |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de gevatter v / m
- (Jiddisch-Hebreeuws) man die het kind de plaats van de besnijdenis binnendraagt
Bijvoeglijk naamwoord
gevatter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van gevat
Gangbaarheid
- Het woord gevatter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.