geveeg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  geveeg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·veeg
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord geveeg
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgeveego

  1. het voortdurend vegen

Gangbaarheid

  • Het woord geveeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.