gevlij

Niet te verwarren met: gevlei

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gevlij    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·vlij
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vlijen met het voorvoegsel ge-.
enkelvoud meervoud
naamwoord gevlij -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgevlijo

  1. comfortabele nabijheid, in: in het ~ in goede persoonlijke verhouding, in de gunst
    • Hij slaagde erin bij haar in het gevlij te komen en dit was het begin van een amoureus avontuur. 
Gelijkklinkende woorden
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gevlij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.