gevogelte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gevogelte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·vo·gel·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘alle vogels’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • Afgeleid van vogel met het omvoegsel ge- -te.
enkelvoud meervoud
naamwoord gevogelte gevogelten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetgevogelteo

  1. een verzamelnaam voor vogels die gekweekt worden als voedsel
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord gevogelte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.