gevraag

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gevraag    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·vraag
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van vragen met het voorvoegsel ge-[1]
enkelvoud meervoud
naamwoord gevraag
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetgevraago

  1. aanhoudend of voortdurend vragen
    • Louise begreep den man niet. Zoo'n mengeling van banaal gevraag en opdringerige belangstelling had ze nog nooit in 'n mensch ontmoet. En dat provinciaalsch accent, wat hinderde 't haar, al die snijdende en spits-stootende ennetjes! [2] 

Gangbaarheid

  • Het woord gevraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.