geweest
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geweest (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈwest / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·weest
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van: | zijn… |
verbogen vorm: | geweeste |
geweest
- voltooid deelwoord van zijn
- vormt de voltooide tijden
- ▸ Na een lange beklimming stond ik uitgeput boven op Mount Whitney. De hele dag was het vriendelijk en rustig weer geweest, maar nu kwam er vanaf de andere kant van de berg een zwaar onweer op me af dat om de paar seconden fel oplichtte.[1]
Opmerkingen
- Het deelwoord wordt niet als bijvoeglijk naamwoord gebruikt. Daartoe gebruikt men gewezen.
Uitdrukkingen en gezegden
- op geweest zijn voor een examen
Vertalingen
op geweest zijn voor een examen
|
Werkwoord
vervoeging van: | wezen… |
verbogen vorm: | geweeste |
geweest
- voltooid deelwoord van wezen
Gangbaarheid
- Het woord geweest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.