gezindheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezindheid    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·zind·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezindheid gezindheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degezindheidv

  1. wat je ergens van vindt, innerlijke houding
    • Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan. (Grondwet Artikel 1) 
Synoniemen
  1. confessie, houding, inzicht, overtuiging, richting
Hyponiemen
  • offergezindheid, staatsgezindheid

Gangbaarheid

  • Het woord gezindheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.