houding

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  houding    (hulp, bestand)

IPA: /ˈhɑudɪŋ/ (2 lettergrepen)

Woordafbreking
  • hou·ding
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wijze waarop men het lichaam houdt’ voor het eerst aangetroffen in 1719 [1]
  • Naamwoord van handeling van houden met het achtervoegsel -ing. [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord houding houdingen
verkleinwoord houdinkje houdinkjes

Zelfstandig naamwoord

dehoudingv

  1. een pose; manier van doen
    • Zijn dikke hoofd is als het ware in de modder vastgezogen en zijn ledematen liggen alle kanten op. Vlak naast hem ziet Albert de ander liggen, Louis Thérieux. Ook hij zit voor een deel onder de modder, maar hij heeft zich opgerold en lijkt zo een beetje op een foetus. Het is aangrijpend dat hij zo jong en dan in die houding moest sterven... [3] 
     Deze ‘Pogue Mahone’ (‘kiss my arse’ in Gaelic) leek sprekend op de ‘The Dude’ uit de film ‘The Big Lebowski’ met zijn relaxte houding en opvallende charisma.[4]
  2. gedragslijn, opstelling
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord houding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.