gezondheidswerker

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  gezondheidswerker    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ge·zond·heids·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezondheidswerker gezondheidswerkers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

degezondheidswerkerm

  1. (medisch) (beroep) iemand die in de gezondheidszorg werkzaam is
    • De gezondheidswerkers kregen een luidt applaus. 

Gangbaarheid

  • Het woord gezondheidswerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.